Onze geschiedenis

Naar aanleiding van ons 75-jarig bestaan lieten we een prachtig boekje maken
met onze uitzonderlijke familiegeschiedenis in woord en beeld vastgelegd.
Bekijk het boekje hier digitaal!

Stijlvolle butler ontmoet bedreven kokkin

Ons verhaal is er één van vier generaties, actief in een traiteurszaak. Een scheiding tussen het familiale en het zakelijke is er niet. Bijna elke generatie heeft zijn steentje tot de uitbouw van het familiebedrijf bijgedragen. Gestart in de 19de eeuw en nog lang niet afgelopen…

Jacques Schoeters, de stichter van Salons Schoeters, werd in 1879 als jongste van vier kinderen in Brecht geboren. Amper elf en hij verloor zijn beide ouders.

Jacques groeide op in het gezin van zijn oom, een landbouwer, en leek voorbestemd voor de stiel. Maar dat was buiten zijn tantes gerekend. Op zijn achttiende trad Jacques op hun aandringen in dienst bij een Adelijke familie. De jongeman kwam op het kasteel Cortewalle in Beveren terecht. Daar werd hij volgens de regels van de etiquette opgeleid tot butler van de familie van Brouchoven-de Bergeyck.

Een paar jaar later ontmoette hij daar zijn toekomstige echtgenote, Sophie De Boeck. Sophie kwam net als Jacques uit een landbouwersgezin. De keukenmeid werkte zich op tot een gewaardeerde kokkin. Samen met Jacques stond ze in voor feesten en diners die de graaf en de gravin voor hun Adelijke gasten gaven. Jacques heerste in de zaal, Sophie in de keuken. Lang voordat er van Salons Schoeters sprake was, lag de rolverdeling tussen de beide stichters al vast.

Verhuis naar de Frankrijklei

Ook na hun huwelijk in 1911 bleven Jacques en Sophie Schoeters in dienst van de familie de Bergeyck. De gravin werd meter van hun dochter Maria. Dat toonde mooi de goede verstandhouding tussen beide families aan. Maar een heel leven in dienst van de adel strookte niet langer met de tijdsgeest. Jacques Schoeters had andere ambities. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bracht de graaf zijn gezin in veiligheid.

Kasteel Cortewalle werd verkocht, maar de familie de Bergeyck bezat ook nog een meesterwoning aan de Antwerpse Frankrijklei.

Bezorgd om plunderingen stelde de graaf zijn trouwe butler aan tot huisbewaarder. De volgende jaren zou het gezin Schoeters er in relatieve autonomie wonen, eerst in het hoofdhuis en na de oorlog in de conciërgewoning.

Een droom gaat in vervulling

Na vier jaar oorlog haalde Antwerpen opgelucht adem. De economie trok zich op gang en er werd opnieuw gefeest. Dat deed de Antwerpse elite het liefst volgens de regels van de etiquette. En wie kende die beter dan de butlers en ceremoniemeesters van de adel? Jacques Schoeters werkte voor andere feestaannemers en gaf zijn ogen de kost.

In 1925 trok hij zijn stoute schoenen aan en vroeg aan de familie de Bergeyck of hij vanuit de woning aan de Frankrijklei een eigen zaak mocht starten. De graaf en de gravin waren intussen overleden, maar de erfgenamen stemden toe. Het feest kon beginnen!

Aankoop van de woning Belgiëlei 150

Karakteristiek voor het interbellum was de opkomst van een nieuwe burgerlijke elite. Die spiegelde zich graag aan de adel, zeker als het op feesten aankwam. Maar de appartementen waar deze families woonden waren te klein om veel gasten te ontvangen. En zo moest Jacques Schoeters met lede ogen aanzien dat zelfs zijn trouwste klanten uitweken naar feestaannemers die over een eigen zaal beschikten. Dat kon hij niet laten gebeuren. Hij besloot een woning te kopen, geschikt voor de organisatie van feesten en banketten. De keuze viel op het Hotel de Wael, genoemd naar de vroegere bewoner en burgemeester van Antwerpen, Leopold de Wael, voor het toen imposante bedrag van 750.000 frank. Begin 1933 werd de koop gesloten. Een mijlpaal in de geschiedenis van de traiteurszaak. Want bijna 80 jaar later ontvangt Salons Schoeters nog altijd gasten in het 19de eeuwse herenhuis aan de Belgiëlei.

Feesten in tijden van crisis

De aanschaf van de woning gebeurde in volle crisistijd. Feit was dat wie het zich kon permitteren rustig verder feestte en dat Salons Schoeters zich uitgerekend tijdens de depressie van de jaren ’30 tot één van de meest toonaangevende Antwerpse feestaannemers ontwikkelde. Daarvoor moest wel dag en nacht gewerkt worden. Moeder Sophie en dochter Maria heersten in de keuken, vader Jacques en zoon Antoine in de zalen. Annie en Ghislaine, de twee jongste zussen, liepen school maar staken meer dan een handje toe. Later mocht ook Jos Melis, verloofde en later echtgenoot van Annie, demonstreren dat hij uit het goede hout gesneden was. Salons Schoeters was in de meest letterlijke zin een familiebedrijf.

Moeilijke oorlogsjaren

Op 31 augustus 1939 huwde Antoine Schoeters met Yvonne Arbyn. Nog tijdens het huwelijksfeest leverde de politie zijn oproep tot mobilisatie af. Antoine maakte als soldaat de 18-daagse veldtocht mee en eindigde als krijgsgevangene. Voor de familie brak een moeilijke tijd aan. Jacques Schoeters was toen al een paar jaren ziek en vreesde zijn enige zoon nooit meer terug te zien. De geboorte van het eerste kleinkind was een lichtpunt. De zoon van Antoine en Yvonne werd Jacques genoemd, naar zijn opa en peetvader. Korte tijd later werd Antoine onverwacht vrijgelaten. De vreugde om het weerzien was helaas van korte duur: op 13 mei 1941 overleed stamvader Jacques Schoeters. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond er een rem op feestactiviteiten door rantsoeneringen. Maar sommige klanten brachten zelf ingrediënten mee. Moeder Sophie maakte er het beste van. Tot de bezetter zijn oog liet vallen op de woning aan de Belgiëlei: de gepaste locatie voor een officiersmess. De volgende jaren stond de keuken van Salon Schoeters ten dienste van de Duitse Wehrmacht. Die volgens de legende via het eten regelmatig laxeermiddelen kreeg toegediend.

Moeders wil is wet

Na de oorlog bleef Sophie de zaak leiden. Maar de jaren eisten hun tol. Sophie brak zich het hoofd over de toekomst van Salons Schoeters.

Op een dag legde Sophie haar erfgenamen een notariële akte voor. Die stipuleerde dat de zaak overging in handen van Antoine en Annie. Antoine had zich in het spoor van zijn vader ontwikkeld tot een prima organisator en een voorbeeldig ceremoniemeester. En dochter Annie was intussen verloofd met Jos Melis, een jonge getalenteerde chef. Dat gaf de doorslag. Enigszins beduusd plaatsten de kinderen hun handtekening. Moeders wil was nu eenmaal wet en haar grootste bekommernis was het voortbestaan van de zaak. Annie zorgde er later wel voor dat haar beide zussen de financiële compensatie kregen waar ze recht op hadden.

Pijn om een onverwacht verlies

Onder impuls van de nieuwe zaakvoerders nam Salons Schoeters een hoge vlucht. De ongeziene economische groei van de jaren ’50 en ’60 hielp uiteraard. Antoine en Yvonne kregen vier zonen en een dochter. Vooral Jacques, Tony en hun jongere zus Marita zouden later een rol spelen in de zaak. Antoine Schoeters was een man van weinig woorden. Van kindsbeen af vertrouwd met het traiteursvak kende hij alle regels en rituelen. Net als zijn vader speelde hij zijn rol van ceremoniemeester tot in de perfectie. Het ging Salons Schoeters voor de wind. Maar op 9 september 1964 overleed, totaal onverwacht, Antoine Schoeters. Hij was amper 51 jaar oud.

Echtgenote Yvonne bleef achter met vijf kinderen en de verantwoordelijkheid voor een dynamisch familiebedrijf. Ze deed wat haar schoonmoeder haar goed 20 jaar eerder had voorgedaan en nam de leiding van de zaak stevig in handen. Zoon Tony borg alle andere ambities op en stapte mee in de zaak. Kamiel De Man, de ervaren rechterhand van Antoine, stak een tandje bij. En toen ze er oud genoeg voor was, assisteerde Tita haar oom Jos Melis in de keuken.

De continuïteit was gewaarborgd, Salons Schoeters was gered.

Op naar de 50ste verjaardag

Twaalf voorspoedige jaren later vond moeder Yvonne het stilaan welletjes. Tony wou het gewicht van de zaak niet in zijn eentje dragen en sprak zijn oudere broer aan. Die werkte toen elders, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Jacques liet zich overhalen. Vanaf 1976 runden de broers de zaak samen. Veel Antwerpse feestaannemers hadden moeite om zich aan te passen aan het veranderende tijdsklimaat. Terwijl de ene collega na de andere de boeken neerlegde, sloop Salons Schoeters op kousenvoeten naar zijn 50ste verjaardag. Die werd in 1983 met gepaste luister en in aanwezigheid van enkele prominente klanten gevierd.

Opsplitsing van activiteiten

Op 1 juli 1992 nodigde Salons Schoeters zijn klanten en relaties uit voor een receptie. Daarop lichtten de broers hun plannen toe. Tony ging zich exclusief toeleggen op de verhuur van feestmaterialen. Daarvoor had hij Schoeters Rental Services opgericht, een zaak die hij samen met zijn dochter Cathy runde tot Steven Schoeters in 2016 het verhuurbedrijf overnam. Jacques bleef als vanouds de salons uitbaten vanop de Belgiëlei. Woog de druk om het bedrijf alleen te leiden te zwaar? Feit is dat Salons Schoeters voor het eerst in zijn geschiedenis geconfronteerd werd met een terugval. Even leek het er zelfs op dat de enige overlever van de klassieke Antwerpse traiteurs zijn deuren zou sluiten

Tijd voor een nieuwe impuls

Jacques Schoeters wou uitbollen, of zelfs stoppen. De enige mogelijke opvolger was zijn jongste zoon Jörg. Die studeerde toen nog aan de Handelshogeschool – waar hij zijn latere echtgenote Frederika ontmoette – maar hij draaide tegelijk al een jaartje halftijds mee in de zaak. Van in zijn jeugd had de jongeman interesse getoond in het vak. Vader Jacques voelde dat. Maar onderschatte hij het zware traiteursberoep niet? En was Jörg er op zijn 22 jaar al klaar voor?

Jörg twijfelde maar heel even. Dat er makkelijker jobs zijn dan die van traiteur, wist hij wel. Maar een sluiting van Salons Schoeters, het ontslag van een hecht, aan de zaak verknocht team en een eventuele verkoop van de woning aan de Belgiëlei was voor deze Schoeters van de vierde generatie amper denkbaar.

Jörg stapte in het familiebedrijf, werkte nog twee jaar in de schaduw van zijn vader en nam in 1995 de leiding over.

Tot 70 evenementen per maand

Met ruggensteun van echtgenote Frederika en de professionele inzet van een ervaren vaste equipe drukte de nieuwe zaakvoerder al vlug zijn stempel op de traiteurszaak.

Het aanbod werd gevarieerder, de flexibiliteit groter. Tegelijk waakte Jörg erover dat de traditionele waarden niet verloren gingen. Vernieuwing was absoluut nodig, maar een feest in stijl vraagt nog altijd om zilveren bestek en cloches. En om een bediening in witte handschoenen. De nieuwe aanpak rendeerde. Een doorsnee maand telt makkelijk 60 tot 70 feesten en evenementen.

Menu